zondag 2 oktober 2011

Vakjargon

Zaterdag 19 maart 2011
Bij ieder beroep hoort een vakjargon. Als ik naar mijn eigen werk kijk komen bijvoorbeeld de volgende termen regelmatig voorbij: performale intelligentie, disharmonisch profiel, didactisch leeftijdsequivalent, psychodiagnostisch onderzoek, ontwikkelingsperspectief, intern inconsistent en leerwegondersteuning. En wat dacht je van al die afkortingen die als bekend worden verondersteld: wsns, pclb, ppd-nos, odd, lwoo, dmt en tiq om maar wat voorbeelden te noemen. Het valt niet mee voor een nieuwkomer om hier wegwijs in te geraken.
Wat een verschil met de wielrenwereld. Als beginnende wielrenner begrijp je de termen die in een peloton geroepen worden vrijwel meteen. Enkele voorbeelden: 'achter' (de groep wordt van achteren ingehaald), 'auto tegen' (auto als tegenligger), 'hardloper links' (spreekt voor zich), 'hond rechts' (spreekt ook voor zich), 'dimmen' (voorrijders moeten iets minder hard gaan rijden), 'lek' (lekke band), en 'stop' betekent gewoon niet meer trappen en langzaam afremmen. Soms zijn zelfs woorden overbodig en is een subtiel gebaar met de hand naar de renner achter je voldoende om te laten weten dat er uitgeweken moet worden voor een paaltje midden op de weg. Wat doen we soms toch moeilijk allemaal. Gewoon kort en krachtig zeggen wat je bedoelt, net als bij wielrenners. Hoe simpel kan het zijn...

Geen opmerkingen:

Een reactie posten